Daar zijn de examens weer…
Gemis overvalt je. Je wacht niet tot het 1 november is. Of 25 januari. Of 4 maart.
Het komt gewoon onaangekondigd langs in juni wanneer mijn zoon zijn handboek fysica onder mijn neus duwt en vraagt om het hoofdstuk over druk nog eens uit te uitleggen.
Dan word ik in één klap terug gekatapulteerd naar mijn eigen middelbare schooltijd. Naar de ontelbare uren dat mijn papa met mij boven mijn syllabus hing. Met eindeloos veel geduld — en soms met iets minder — probeerde hij me de principes uit te leggen. Hij kon zelfs een formule die hij nodig had reconstrueren, terwijl ik ze klakkeloos in mijn hoofd probeerde te stampen.
En alhoewel ik toen vaak zuchtend aan een vraagstuk begon en onderweg meer dan eens het spoor naar de oplossing kwijtraakte, voel ik het nu soms weer kriebelen. De goesting om mijn tanden nog eens stuk te bijten op een vraagstuk. Stiekem zit er diep in mij een wetenschapper verborgen.
En dan weet ik: dat is het stukje van mijn papa dat ik meedraag in mezelf.