Powerbank
“Straks vergeet je die powerbank nog,” zeg ik terwijl we koffie zitten te drinken en de powerbank buiten ligt op te laden via het opvouwbare zonnepaneeltje.
Twee uur later: de powerbank ligt nog steeds buiten en Manlief is al lang vertrokken op reis. Terwijl ik naar buiten loop om alles weer binnen te halen, valt het me op hoe vanzelfsprekend ik het ondertussen vind om altijd de powerbank mee te nemen om onderweg mijn telefoon te kunnen bijladen.
En plots besef ik dat ik tegenwoordig hard lijk op mijn telefoon: mijn eigen batterij raakt ook al een tijdje niet meer volgeladen. Nog voor de middag ben ik leeg. Net als mijn telefoon die constant aan de powerbank hangt om te kunnen blijven functioneren, ben ik blijven doorduwen. Blijven bijtanken, blijven draaien, blijven geven in een systeem dat constant energie lekt.
Tijd voor een check-in met mezelf. Ik kom erachter dat ik geen powerbank van doen heb om de dag door te komen, maar een andere manier van opladen. Ontkoppelen. Niet tijdelijk, maar fundamenteel.
Dus: stekker eruit. Tijd om écht op te laden.