Geef het wat liefde

Soms heeft een huis wat liefde nodig.

En soms ben je een beetje vergeten hoe dat moet, je eigen huis graag zien. We keken een tijdlang vooral naar buiten. Naar nieuwe plekken, nieuwe huizen. Dachten dat we daar, miraculeus en in één klap, gelukkig zouden zijn.

Maar deze zomer bracht ons een langzaam herontdekken van ons eigen huis.

Het begon met een poets- en opruimrondje vlak voor we op vakantie vertrokken. Iets wat ik altijd probeer te doen voor we vertrekken, zodat ik thuis kan komen in een proper en opgeruimd huis en niet meteen aan de bak moet. Maar deze keer pakte ik het nog net iets grondiger aan.

Na ons weekje vakantie doken we week na week op zondagmiddag de kelder in. Vijftien jaar aan opgestapelde rommel haalden we naar boven. Dozen vol vergeten spullen, planken vol overbodigheid. Vervolgens reden we ontelbare keren naar het containerpark. Bij elk ritje leek het alsof we tegelijk ook onze eigen ballast achter lieten.

Met een hart vol zuurstof reden we daarna naar huis, alsof er niet alleen ruimte was ontstaan in de kelder, maar ook in onszelf.

Het gaf ons zoveel ademruimte dat we op een hete zomerdag zelfs het tapijt naar buiten sleepten om het een grondige schrobbeurt te geven.

Ja, de binnenkant is belangrijk (bij mensen, en ook bij huizen). Maar soms vraagt de buitenkant ook om aandacht. Om zorg. Om liefde.

En misschien begint het hele herstel juist daar: met een opgeruimde kelder en een liefdevolle blik op ons huis waar we opnieuw kunnen thuiskomen.

Vorige
Vorige

uit de kast

Volgende
Volgende

weggeplukt